Je hebt angst voor mij. Angst om mij in de ogen te kijken. Angst dat jij en ik één worden. Angst voor jouw gevoelens.
Als jij jouw gevoelens volgt, dan heb je angst jezelf te verliezen.
Je hebt nu zekerheid. Je krijgt nu liefde en dat voelt fijn. Het geeft jou rust.
Als je mij in de ogen kijkt, dan voel je zoveel meer dan rust.
Ik ben anders. Ik ben niet iemand die jou zekerheid kan geven. Niks is namelijk zeker in dit leven. Tot de dood ons scheidt… die belofte kan ik niet maken, want dan ben ik ontrouw aan mezelf.
Toch heb ik je wel lief! Ik ben er al zolang. Ik kan jou liefhebben zonder bij jou te zijn. Ik denk dat dat meer liefde is dan wat je ooit hebt ervaren.
Maar ik kan en ik zal jouw angst niet geruststellen. Ik ben er niet om jou te redden. Ik ben hier zodat jij jezelf kan helen.
Ik voel wel dat liefde juist dieper ervaren wordt als je open blijft voor elkaar. Ik voel wel dat liefde juist liefde blijft als je trouw blijft aan jezelf.
Ik heb jou lief, al heel wat jaren lang. Ik vraag niks, ik eis niks.
Ik kan jou leren trouw te zijn aan jezelf zodat je de angst voorbij kan gaan. Je durft mij niet in de ogen te kijken. Het is jouw eigen angst waarvoor je wegkijkt.
Ik ben alleen jouw spiegel. Als je echt in mijn ogen kijkt, dan zie je jouw. En dat… dat is jou angst. Angst voor jezelf… Na de angst zal jij jezelf gaan zien. Die mooie jij, die ik al jaren zie!
Iris